Terug Weg

Van dag tot dag

Snel naar:

over het project

“Wij zijn een groep jongeren van De Toekomstacademie. De Toekomstacademie is een project van Victoria Deluxe waar jongeren zelforganiserend samenkomen, leren van elkaar en delen met elkaar. We werken samen rond 4 O’s: ontmoeten, ontdekken, ontplooien en ontspannen. 

Dit jaar is er een groepje uit de Toekomstacademie bezig met een theaterproject en een andere groep maakt in de zomer een tocht door de Pyreneeën: ‘Terug Weg’. Met focus op het thema vluchtelingen, vroeger en vandaag.  Onze tocht is gelinkt aan het boek van Sarah De Vlam, historica en auteur van “Passage Pyreneeën. Een vergeten verhaal van Belgische vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.” (uitgeverij Vrijdag, 2020)  De route die we volgen werd voor de 2de Wereldoorlog gebruikt door Spaanse vluchtelingen op weg naar Frankrijk, tijdens de 2de wereldoorlog gebruikten duizenden vluchtelingen deze route richting Spanje – via de hoge en onherbergzame bergtoppen-  op weg naar veiligheid.  

Wij willen dichter bij de gevoelens van de vluchtelingen staan. We willen onze eigen sterktes en zwaktes ontdekken, mensen ontmoeten en genieten van de natuur. We willen onszelf en elkaar beter leren kennen. We willen vooral ‘de vergeten geschiedenis’ van vele Belgische vluchtelingen verbinden aan onze eigen geschiedenis. Onze tocht wordt mee begeleid door Sarah De Vlam en we maken een documentaire van onze tocht.”

Lees meer over de route op:  www.chemindelaliberte.fr/the-freedom-trail 

Maandag 5 juli

We zijn ’s morgens om 7u30 vertrokken richting Brussel, onze eerste stop. We hebben het over hoeveel eten we mee hebben, over Travis de chimpansee, het Drieseffect (inside joke) en wat we allemaal gaan doen de komende dagen. We lachen, we maken plezier, we hebben het naar onze zin. Onze volgende stap is Parijs, het zal minder dan anderhalf uur duren. De rode zetels zijn mooi en zeer comfortabel. De koffie die ik gekocht had in Brussel was net genoeg om mij een half uurtje wakker te houden. Een uurtje later kwamen we aan in Paris Gare du Nord, dezelfde plek waar Henriette haar Britse piloten ooit heeft begeleid om ze te helpen ontsnappen.

Dit deed me denken aan het moment dat ik in mijn vaderland het busje heb genomen richting een betere toekomst. Ik zat vol vragen wanneer ik mijn vader en broer terug zou zien, die dichtbij waren en toch onbereikbaar. De PCR-controle brengt me terug in het heden. Een snelle kijk naar het papiertje en we mogen passeren. In vergelijking met wat Pola en Henri (een Joods koppel uit het boek ‘Passage Pyreneeën’) moesten doen om valse papieren te bekomen en een smokkelaar te betalen om de grens over te kunnen, hadden wij maar een simpele barrière. Ik kijk naar mijn rugzak en alle materiaal en luxe die we hebben zoals een goede regenjas, stevige wandelschoenen en een drinkfles.

Rond 18u komen we aan in Saint Martory waar Dominique op ons wacht om naar onze verblijfplaats in Avantes te rijden, waar we vier dagen zullen verblijven. Het weer is prachtig, zo’n 33 graden. Dat belooft de komende dagen. Ik geniet van de smalle wegen en de natuur. We zijn gearriveerd en krijgen meteen een rondleiding van Greg, de eigenaar van het huis en een zeer sympathieke man. Zo mooi hier zeg! Hier zijn we dan, aan het begin van onze reis en ook die van de weg naar de vrijheid van zovele vluchtelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik ben er zo benieuwd naar om diezelfde tocht te maken, al weet ik uit eigen ervaring dat je het nooit echt kan herbeleven.

Shushanik

Dinsdag 6 juli

De tweede dag van onze tocht begon ik met koffie, een zuiders uitzicht en een mooi gesprek met Jos en Sophie. Wij apprecieerden dat moment en hadden het over gelukkige momenten: hoe wij soms te laat beseffen hoe gelukkig wij zijn in een bepaalde periode maar ook hoe wij er soms stil bij staan. Om 11u30 vertrokken wij op onze eerste wandeltocht dichtbij de Pyreneeën. Wij zijn van ons huisje naar Saint-Girons gestapt, een tocht van ongeveer 16 kilometer, de stad waar de Chemin de la liberté begint. Dat is de weg die wij gaan volgen om de Pyreneeën over te steken.

Onderweg verdronken wij in de mooie kleuren van de natuur. Het was alsof de bergtoppen met ons spraken. Wij kunnen ons nog steeds niet voorstellen dat we binnen enkele dagen op die toppen zullen staan. Elke keer dat ik tijdens het wandelen naar de grond keek, hoorde ik de verhalen van de vluchtelingen. Hun voetsporen vertelden hoe moeilijk dat het voor hen was om deze afstanden af te leggen met veel stress en angst. En als ik naar de bomen keek dan zag ik een verdrietige glimlach. Ik hoorde hen tegen mij zeggen: ‘jij hebt geluk. Jij kan genieten van de mooie natuur.’ En ik dacht dat de vluchtelingen die hier passeerden alleen moesten denken hoe zij de tocht gingen overleven en veilige plaats bereiken.

Opeens hoorde ik Jos zeggen: ‘hier zijn we, het Bayard-centrum in Audinac.’ In dit centrum werden 22 strijdende jonge mensen doodgeschoten tijdens de gevechten tussen de maquis en Duitse bezetter. Hier werd ik gekatapulteerd naar mijn land, Syrië. Ik begon te denken aan alle jonge mensen die alles hebben opgeofferd om te strijden tegen de dictatuur en om te streven naar vrijheid en rechten voor onze mensen. Ooit was mijn vader een van die jonge mensen. Nu zijn er ook vele anderen in zijn plaats. De geschiedenis herhaalt zich. Ik vraag mij af: zullen wij ooit uit onze geschiedenis leren? Zullen wij ooit allemaal in vrede samenleven? Of zal het bloed van onschuldige zielen altijd verspild worden? ‘s Avonds kwam ik erg moe thuis, maar dankzij de natuur en de groep werden de herinneringen een hoopvolle plaats.

Jolnar

Woensdag 7 juli

In het liefelijke aromarijke Zuid-Franse landschap anno 2021 is connectie maken met de vluchtelingen uit de Tweede Wereldoorlog een bewuste keuze die veel empathie, creativiteit en moed vergt. Toch zal ik binnen enkele uren acht jonge vrouwen ontmoeten die de sprong in het verleden gaan wagen. Sommigen onder hen zijn niet aan hun proefstuk toe en weten als geen ander wat ‘vluchten’ betekent. Ik ben benieuwd wat zij gaan vinden van het Frankrijk waar elk dorpsplein zijn ‘morts pour la patrie’ eert. Welke betekenis zullen zij geven aan de vergeelde letters van de gesneuvelden en de blikken in het oneindige van de bronzen soldaten? Monumenten brengen ons dan wel naar het verleden, maar wat wij willen doen is het verleden naar hier halen. Want dat is de oefening die we tijdens Terug Weg gaan maken. Betekenis creëren die nu zinvol is. We twijfelen niet aan het moedige antwoord van onze voorouders op het totalitarisme, maar is dat verhaal, hoe heldhaftig ook, wel toereikend? Zijn het voldoende solide bouwstenen voor wie nooit heeft moeten vluchten, zoals een deel van deze groep, en bieden de drie helden uit Passage Pyreneeën genoeg erkenningspunten voor wie elders en op een ander tijdstip in allerijl zijn valiezen moest maken?

Ik zal later op de dag al één antwoord krijgen, noem vluchten geen avontuur. In de bistrot de la gare in la Tour de Carol gaat mijn aandacht vooral naar het veel te grote treinstation midden in de Pyreneeën. De spoorweg tussen het Franse Cerdanya en de grootstad Toulouse is een van de weinige gemotoriseerde grensovergangen tussen Frankrijk en Spanje en zou zonder de ellenlange en pikdonkere tunnel onder de Puymorens niet eens bestaan. Dit station, die de wel zeer ambitieuze naam ‘Gare Internationale’ draagt, is een relikwie uit de 20ste eeuw en werd gebouwd in een glorieuze tijd toen Parijs nog de ambitie koesterde om tot in haar uiterste periferie de klokken van de Notre Dame te laten horen. Tous pour la patrie… . La Tour de Carol kende, net zoals alle bergdorpen in de Pyreneeën, vroeger veel meer inwoners en bedrijvigheid. Noch het landschap, noch het aanschijn van het dorp hadden bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog iets vandoen met hun actuele dynamiek, buiten het toeristenseizoen een tristesse van afbrokkelende façades en stadsvlucht. En toch dacht ik in de bistrot de la gare aan de Belgische vluchtelingen die tachtig jaar geleden op het perron hebben gestaan waarvan ik met mijn smartphone een foto aan het nemen was: un train peut en cacher un autre.

Bistrots, cafés en hotels waren in het vluchtelingenverhaal van WOII essentiële schakels. Mensen werden er afgezet en opgehaald, zochten er anonimiteit op, verkleedden er zich in de toiletten van stadsmens in arbeider en van arbeider in boer, spoelden er bewijsmateriaal door de toiletten, en dronken er haastig een druppel moed. Die zou nodig blijken.

Ik ging zelf ook nog eens naar het toilet. Te veel koffie… een luxeproduct tijdens WOII. En toen klonk een vrouwenstem uit de luidsprekers: le train direction Toulouse arrive dans cinc minutes…

Sarah

 

Wat kunnen we doen wanneer er geen of slechte wifi is? Poëzie voorlezen!


Wandelaar (Antonio Machado)
Wandelaar, je sporen
zijn de weg, en zij alleen;
wandelaar, er is geen weg,
de weg ontstaat in het gaan.
Gaandeweg ontstaat de weg,
en als je omkijkt
zie je de baan die nooit meer betreden zal worden.
Wandelaar, er is geen weg,
slechts een kielzog in de zee.


Antonio Machado, Spaans dichter, vluchtte samen met zijn stokoude mama de grens van Spanje naar Frankrijk over toen Franco de Spaanse Republikeinen versloeg. Ook toen keken heel wat Europese landen de andere kant op. Antonio Machado en zijn mama kwamen terecht in Collioure, waar de meeste Spaanse vluchtelingen in een kamp terecht kwamen. Niet alleen de nazi’s hadden een patent op kampen. Beiden stierven enkele dagen na hun aankomst.

Dominique

Donderdag 8 juli

“We zijn vereerd jullie hier te mogen ontvangen.” Met deze woorden rondde de journaliste van de lokale krant het interview deze namiddag in de Musée du Chemin de la Liberté af. In ons beste Frans, Engels en alles daartussen praatten we met haar over het belang van een project als Terug Weg. Over hoe het verhaal van de Belgische vluchtelingen tijdens WOII breder gedragen moet worden. Hoe we, ondanks een andere context, parallellen uit het verleden kunnen trekken met het heden. Parallellen moeten trekken.

De gids uit het museum vertelde ons dat het vaak iets oudere mensen zijn die het museum bezoeken om meer te weten te komen over de geschiedenis van hun eigen ouders of grootouders. Het leek haar dan ook deugd te doen een groep jonge mensen voor zich te hebben die interesse hebben in de verhalen die vasthangen aan Le Chemin De la Liberté. Op deze manier gaan ze niet verloren.

Ik moest denken aan een alinea uit het boek van Sarah, over Andrée. Ze vertelde pas wat ze meemaakte tijdens WOII na de dood van haar echtgenoot omdat hij niet wou dat ze haar verhaal deed. Ze mocht niet praten. Tussen alle pakkende getuigenissen in het boek bleef dit me het meeste bij. Niet meer dan een alinea, maar het spookte lang daarna nog door mijn hoofd. Het maakte me kwaad. Ze mocht niet praten. Hoeveel verhalen gaan er verloren omdat ze geen ruimte krijgen te bestaan? Welke stemmen worden gehoord? En misschien het belangrijkste: wie eigent zichzelf die macht toe dit alles te bepalen?

In Gent is er nu alvast 1 groep jonge mensen die verhalen rond Chemin de la Liberté kennen. Het zijn verhalen die binnenkomen. We vertellen ze hoe dan ook door. En wanneer ik zo naar deze sterke mondige groep rond mij kijk, betwijfel ik zeer sterk dat iemand onze stemmen ooit afneemt.

Sophie

Vandaag scheurde de hemel open. We trokken in de voormlddag de natuur in. We hoorden: ‘is dit een paard?’, ‘nee, dit is een ponny!’. En door het sterk bewustzijn mbt dierenwelzijn bij jongeren klonk het plots: ‘pas op voor een slak maar vier jongeren verder klonk het: ‘help, er ligt daar een slang’.

In de namiddag gaf Sarah De Vlam uitleg over hoe haar boek ‘Passage Pyreneeën’ tot stand kwam, hoe ze Pola, Henriette en Jean terugvond, allen tegen of de honderd jaar. Mensen die hun leven op het spel zetten om anderen te helpen vluchten. Van de ‘passeurs’ verloor ongeveer de helft het leven. Of ze werden verraden of ze vielen in handen van de nazi’s. Zij die in hun handen vielen werden gedeporteerd of meteen gefusilleerd.

In de namiddag bezochten we het museum ‘le chemin de la liberté’ in Saint-Girons. We werden er warm ontvangen, ook door de lokale pers die verrast reageerden op de betrokkenheid op en interesse van onze jongeren rond dit thema. We ontdekten o.a. het verhaal van de Franse vrouw Jean Rogalle, een local die een jonge joodse mama met haar baby over de bergen hielp vluchten. Jeanne hield zowat de ganse tocht de baby in haar handen. Toen ze de baby aan de mama overhandigde voelde het alsof ze haast haar eigen kind afgaf. 60 jaar na de overtocht vloog de baby die een volwassen man was geworden vanuit de VS naar Frankrijk om zijn tweede mama, Jeanne terug te ontmoeten (zie foto). Tijdens de overtocht hadden vrouwen en de Joodse vluchtelingen het zwaar te verduren. Heel wat Joodse gezinnen werden ook beroofd of uitgebuit. Maar we onthouden vooral de vele mensen die als passeurs, als local, als opvanggezin wel voor solidariteit en onbaatzuchtigheid kozen.

Dominique

Vrijdag 9 juli

Daar stonden we dan, aan de voet van de helling des doods. Althans, dat is wat er door mij heen ging op dat moment. Zigzagend door het veld, mijn kuiten die branden, mijn voorhoofd dat lichtjes begint te zweten, de hijgende stemmen rondom mij heen. Door mijn hoofd echode de stem van Jos: “dit is het makkelijkste stuk van de tocht”.

Rugzak, check. Twee liter water, check. Comfortabele schoenen, check. Boterhammetjes met choco en kaas? Dubbel check. Een uitstapje door de bossen met eindbestemming Alos was het doel. De eerste etappe van de chemin de la liberté. Prachtige velden, veel “wauws” en een uitzicht waar je onmogelijk van kan ontkennen dat God bestaat. Giechelend, lachend en hijgend klimmen we de heuvels op en af (of was het toch een berg?). Jos die ons chocolade voedt en dominique die de heuvels op en af vliegt met zijn benen van staal.

Doorheen de stille momenten vraag ik mij af hoe de vluchtelingen van toen deze tocht hadden gedaan. Kwetsbaar en zichtbaar doorheen de kale velden. Duitsers die op de loer liggen. Kinderen, moeders, vaders, ouderen die dezelfde route namen als ons, maar met geen decathlon schoeisel, met geen zekerheid op overleven, op hun hoede voor elk geluid, volledig afhankelijk van hun passeur. Genoten zij ook van het uitzicht? Ging er ook een “wauw” door hen heen bij het zien van de bergen? Of gaf het hen juist meer stress, meer zorgen bij het zien van de weg en de opklim die hen te wachten stond. Honger, dorst, geen extra sultana-koekje op zak, volledig afhankelijk aan het lot en de solidariteit van de mensen rondom hen heen. Geen Sarah die hen staat op te wachten met het busje aan het eind van de dag, maar een tocht van onbepaalde duur, van onbepaalde lengte, van leven of dood. Weg van al hun geliefden, huizen, comfort en luxe. Ik vraag mij af hoe dat voelt, weglopen van alles. Hoe hard het moest zijn, hoe gevaarlijk. Om die tocht, waarvan het succes niet gegerandeerd is, toch te riskeren. Daar stonden we dan, aan de helling des doods, in de open velden. Met deze keer geen Duitsers op de loer.

Oumaimae

Zaterdag 10 juli

We verlieten het huis van Greg. Om 9 uur stipt moest alles klaar staan om te vertrekken. We gingen met het busje naar de plaats waar we da dag erna gestopt waren. Ik keerde terug in de tijd. Veel dingen die hier gebeuren, bezorgen mij beelden van vroeger. Alles doet mij aan 2011 denken.

Met twee slippers die niet op elkaar lijken liep ik de trap af naar het huis van mijn nonkel, waar we met tien in de gang moesten slapen. Op de trappen waren de ramen met mozaïek versierd. De zon scheen daar supermooi uit. Allemaal kapot nu. Ik dacht niet aan hoeveel ik van mij huis hield of hoe hard ik het zou missen. Ik dacht niet aan de collectie poppen die ik had verzameld. Ik nam niets mee. Ik keek niet achterom.

Voor deze reis nam ik een supergrote koffer mee, vol benodigdheden en soms ‘onnodigdheden’. Ik kon zeker drie keer de kamer rondkijken om te controleren of ik niets was vergeten. Het was ochtend en de zon scheen warm op onze gezichten. We stapten in het busje van Victoria Deluxe. Jos en ik moesten in de koffer zitten. Weer herinneringen.

Ik keek uit het raam, al mocht dat niet. Ik zag onze auto op straat. Doorboord door meer dan 60 kogels. Ik zei tegen mijn papa dat we de auto moesten verplaatsen. Anders zou die ontploffen en alle ramen van ons appartement kapot maken. Maar… we konden de straat niet op. Het was er veel te gevaarlijk met de sluipschutters boven op het hoogste gebouw aan het begin van onze straat.

In de koffer van het busje van Victoria Deluxe deed ik mijn ogen dicht. Ik had duizend vragen. Waarom moet dit steeds gebeuren? Waarom liet de wereld dit toe?

Tien jaar geleden stelde ik dezelfde vragen nadat ik uit het autoraam een traumatiserend beeld zag van het raam waaruit ik altijd keek om te zien of mijn vrienden op straat aan het spelen waren.

Waarom moet dit gebeuren? Waarom laat de wereld dit toe? Deze tocht geeft mij vooral sterkte, maar laat die vragen ook veel luider klinken.

Dragen jullie de hemel met mij mee?

Seba

Gisteren stapten we van Saint-Giron naar Alos. In het kleine dorpje kwamen de oudsten meteen op ons toegestapt. Ze waren duidelijk niet gewend aan jonge stappers. Vrij meteen vertelden ze ons dat één van hun kleine straatjes ‘Rue des réfugiés belges’ heet. Tijdens de oorlog werden er in deze streek heel wat Belgische vluchtelingen opgevangen door de lokale bevolking.

In deze regio had de Parti Communiste een sterke aanhang, wat het hoge aantal verzetsstrijders en de solidariteit t.a.v. de vluchtelingen mee verklaart. Vandaag stapten we van Alos naar Aunac, zo’n 15 km. In de ochtend was het zonnig en warm, na de middag trok de hemel dicht en konden we bijna de wolken strelen.

Plots zagen we een koppel roofvogels. In onze verbeelding zagen we gieren. Sarah vertelde ons gisteren dat van alle vogels gieren niet alleen geweldige vuilnismannen en -vrouwen zijn, maar ook heel trouw zijn aan elkaar. De mannelijke gieren dragen evenveel zorg voor hun kinderen dan hun vrouwelijke gieren. En als er één van het echtpaar overlijdt, rouwen ze en duurt het vrij lang vooraleer ze op zoek gaan naar een nieuwe partner. Bij de zoogdieren trappen de mannekes het soms vrij snel af. Gieren zijn heel trouw aan elkaar en ze verspillen weinig energie wanneer ze in de lucht hangen.

Wij op onze tocht zijn ook heel trouw aan elkaar. We wachten geduldig op elkaar, maar we verspillen iets meer energie dan gieren. Morgen voorspellen ze goed weer, de komende dagen wordt het minder, terwijl we net dan de hoogste meters willen maken.

Dominique

Dinsdag 13 juli

Gisterenavond beleefden we een emotionele avond. We hadden het over wie de overtocht zou maken vandaag. In de namiddag hadden we Bruno uit Grenoble in ons hostal ontmoet. De nacht ervoor verzeilde hij in een zwaar onweer op meer dan 2.000 meter hoogte. Z’n tent was weggewaaid en hij kon niet anders dan door te stappen in de inktzwarte nacht tot hij kon schuilen in een vervallen berghut. Met dit verhaal op ons bord en het slechte weer dat werd voorspeld besliste de groep dat slechts twee jongeren de overtocht zouden maken, samen met de volwassenen en onze berggids Sisko.

De andere jongeren kozen om mee met Sarah de overtocht met de auto te maken. ‘We hebben al meer dan we durfden dromen onze grenzen verlegd’ reageerde Sophie. De jongeren die niet zouden meestappen, beslisten om naar een ander overgangsritueel te zoeken die hen mentaal dezelfde ervaring kon geven. De groep die de overtocht maakte werd geteisterd door regen en kou. Boven op de top van Col de Salau was het slechts 3 graden. Door de kou konden we nooit echt pauzeren want we zouden verstenen.

Tijdens onze bergtocht vandaag herdachten we de zowat 10.000 Spaanse ouderen, volwassen en kinderen die tijdens de Gran Retirada in de Spaanse burgeroorlog -tussen eind 1938 en januari, februari 1939 – over dit steile bergpad voor dictator Franco naar Frankrijk vluchtten. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen dat éénmaal aangekomen in Frankrijk de meesten onder hen in ‘kampen’ terecht kwamen. De Fransen noemden het nogal cynisch: ‘hébergement’. Later werden deze kampen door het Vichy régime gebruikt om er Joden in op te sluiten (o.a. Hannah Arendt).

We zijn veilig aangekomen in hostal Can Josep in Sort (Spanje). We bezoeken er morgen een klein museum ‘Cami de la llibertat’. Het museum is een oude gevangenis waar Europese vluchtelingen die in Spanje tijdens W.O. II werden gevangengezet. Maar eerst spijs en drank en goed slapen.

Dominique

Woensdag 14 juli

Deze ochtend stond een bezoek gepland aan een voormalige gotische kapel in Sort die tijdens de Tweede W.O. dienst deed als gevangenis. In deze voormalige kapel werden in de oorlog zo’n 2.700 Europese vluchtelingen vastgezet. Soms gedurende een tweetal weken, soms veel langer. Wie over voldoende geld beschikte kon een hotelkamer boeken en werd dan onder huisarrest gezet. Dictator Franco hanteerde in de beginjaren van de oorlog een nogal repressieve aanpak t.a.v. de vluchtelingen. Maar naarmate Hitler’s kansen keerden, veranderde ook Franco zijn houding. Hij wilde zoete broodjes met de geallileerde machten bakken en z’n aanpak t.a.v. de vluchtelingen werd minder repressief. Een pragmatische houding wordt dit ook al eens genoemd.

Voor de jongeren was het bezoek aan de gevangenis van Sort bijzonder confronterend. J. haar papa zat gedurende 10 jaar in de Sednaya Military Prison, dicht bij Damascus; één van de meest gruwelijke plekken binnen het Assad regime. Deze gevangenis werd nota bene ontworpen door Alois Brunner, een Oostenrijkse SS-er die in 2010 in Syrië overleed op 98-jarige leeftijd. Brunner ‘hielp’ het regime van Assad met het ontwikkelen van de meest ‘moderne’ martelpraktijken.

S. vertelde ons net na het bezoek dat hij in 2014 in haast net dezelfde omstandigheden als in de gevangenis van Sort 9 maanden werd opgesloten in een Bulgaars ‘opvangkamp’. In dit kamp leefde de Syrische, Afghaanse en Irakese vluchtelingen in onmenselijke omstandigheden. Wat Europese leiders ‘opvang’ heten, betekent in de realiteit dikwijls niet meer of minder dan gevangenschap en ontmenselijking.

In de namiddag organiseerden we op de top van een heuvel het overgangsritueel voor wie gisteren niet de top over kon omwille van het slechte weer. De jongeren kozen een steen of denappel (iets uit de natuur) waar ze een verhaal aan verbonden. Ieder verhaal verbond hun herinnering aan het verleden – en wat de jongeren hier uit leren – aan de energie en kracht die ze uit deze tocht meenemen naar de toekomst.

De energie, kracht en hoop uit elk verhaal zit in de steen of denappel en deze krijgen een speciaal plekje in de kast, het tafeltje of de kamer van de jongeren. We namen voldoende tijd voor ons ritueel en achteraf drukten S. en S. uit hoe hun eigen vluchtverhaal veel te lang bleef sudderen maar nooit echt de kans kreeg om verwerkt te worden en een plek te krijgen. ‘Onze tocht en dit groepsritueel heeft ons de tijd en ruimte gegeven om ons eigen vluchtverhaal te doorvoelen en te doorwerken.’

We zijn zo pas aangekomen in La Seu d’Urgell in Catalonia. Morgen maken we onze valiezen en plannen we een veilige terugkeer.

Dominique

credits

‘Terug Weg’ is een project van: Jolnar Dayoub, Isabelle Rey, Shushanik Gorginyan, Oumaimae Akhayad, Seba Abazed, Jennifer Baez Matos, Hafsa Tarsimi, Sophie Bodiang Begeleiding: Jos Van Herreweghe, Dominique Willaert, Leen Van der Vorst, Sarah De Vlam Fotografie: Sipan Hota