In de maand mei 2006 komen CC Belgica en Victoria Deluxe met een circustent en enkele woonwagens kamperen in de Boonwijk en de Serbos in Dendermonde. Samen met een groep bewoners uit deze woonwijk en enkele ‘spelers’ uit de brede werking van Victoria Deluxe zetten ze er een muzikale theaterproductie neer. In de rand van de theatervoorstellingen presenteren de kinderen uit de buurt hun circustalenten.

Op initiatief van CC Belgica werd er in de Boonwijk en de Serbos door Victoria Deluxe een sociaal-artistiek project opgezet o.l.v. Dominique Willaert. Bedoeling is om de bewoners van deze sociale woonwijk op een verrassende en creatieve manier met elkaar te laten samen werken.

Sinds de herfst 2005 wordt er met een groep kinderen en volwassenen uit de wijk samen gewerkt, met als concrete initiatieven een kinderwerking op woensdagnamiddag en een theatervoorstelling.

Tot nu toe leverden de weken en maanden dat we samen met een ploeg enthousiaste mensen in de Serbos en Boonwijk werkten heel wat swingende ervaringen op. Er is een enorme diversiteit en rijkdom in de buurt: er zijn verschillen in afkomst, leeftijd, opleiding, beroepservaring en interesses. Mensen van Belgische, Iranese, Syrische, Marokkaanse, Turkse en Rwandese afkomst leven er samen.

Van zodra de zon tevoorschijn komt, stroomt de Serbos en Boonwijk vol met joelende en spelende kinderen. Onder de volwassenen leeft er wat koudwatervrees omwille van de cultuurverschillen maar uiteindelijk verlangt iedereen hetzelfde: een aangename en gezellige buurt met voor elk een goed leven!

Omdat we dit project zo breed mogelijk willen inbedden in Dendermonde, trachten we in grote mate de andere verenigingen bij dit gebeuren te betrekken: de fanfares, de Chiro, de Boonwijkschool, het opbouwwerk, ODICE (integratiedienst), de KAV, Curieus,… Al deze organisaties kunnen een mooie en belangrijke rol spelen bij de voorbereiding en uitwerking van dit project.

Momenteel zoeken we uit wie ze kunnen warm maken om mee te werken. Iedereen is welkom! De theatervoorstelling speelt zich af in een circustent en brengt het verhaal van een circus dat op alle mogelijke manieren zoekt hoe het kan overleven.

Spel: Egon Van Geel, Sara Sleeûwaegen, Cheyenne D’Haese, Stieven Beerens, Siska Castelain, Aziz Boukhzar, Francine Sleeûwaegen, Rita De Schryder, Patrick Vanhoutteghem, Lut Geeraert, Anja Kellens, Jozef De Klippel, Afhsin Nabizadeh, Shahla Mohammadi en Dolores Piscador

Muziek: Jempi Vermeulen, Said Henareh, Michael De Schryver en fanfaristen: Jeroen Driessens (alt sax), Ed Hicks (banjo), Maarten Vanhoucke (trombone), Paolo Màrquez (dwarsfluit), Sander Jacobs (percussie), Karel Peleman (trompet), Aster Peleman (sopraan sax), Michael De Schryver (accordeon)

Tekst, regie en spelbegeleiding: Luk Nys, Nathalie Elghoul en Dominique Willaert

Kostumering: Christophe Malfliet en de leerlingen van de afdeling mode- en theaterkostuums van het KASK – Dendermonde

Techniek, decor en circusanimatie: Ewoud Dutellie, Hans Van Damme en de technische ploeg van CC Belgica (Steven Roels, Clement Florkin en Hugo Blommaert), Steven Desangere (vzw Aboesjoe), David Messeman en Peter Debbaut

Omkaderende ondersteuning: Greet Roosbeek (CC Belgica), Maureen Verhaegen

Met dank aan: Eva Janssens, Bram Allegaert, Koen Cannaert, Benoit Outters, Lize Meert en Machteld De Coninck

Ik heb de hemel hier zien geboren worden is een muzikale theaterproductie van CC Belgica en Victoria Deluxe in samenwerking met Circus Ronaldo, Café-Feestzaal Boonwijk en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Dendermonde.

Dit project werd mogelijk gemaakt met dank aan de Stad Dendermonde en de Jeugddienst van Dendermonde.

 

De theatervoorstelling speelt zich af in een circustent en brengt het verhaal van een circus dat op alle mogelijke manieren zoekt hoe het kan overleven.

In het eerste deel staat de ‘teloorgang’ van de volkscultuur in onze moderne maatschappij centraal. Het echte circusleven is in een diepe crisis verzeild geraakt. Voorstellingen lokken steeds minder volk, het publiek wil meer sensatie en gemeentes of steden verstrekken iets minder gemakkelijk een speelvergunning.

“Jef (67j.) vertelt over hoe hij toekwam op de Serbos en hoe ze nog maanden zonder chauffage leefden; alles zat nog in den opbouw. De mensen leefden graag samen. Hij was beenhouwer. In de zomer werd en wordt er regelmatig eens getrakteerd onder de ouderen: een pensioen, een verjaardag, … met een glas wijn en een stuk taart. ‘En nu ja, die jonge mensen zijn toch ietwat anders’.

Paula zit minzaam te glimlachen en bloost wanneer ik naar haar Mariaatje wijs. Ze zijn niet kerkelijk, Jef en Paula, maar toch is er dat Mariabeeldeken. En de hond! Jef vertelt hoe hij de bouwmaatschappij ervan kon overtuigen om toch een hond in huis te mogen nemen. Hij slaagde in zijn opzet en menig andere bewoner volgde zijn voorbeeld.”

(dagboekfragment)

De circusgemeenschap, die sinds tijden heel sterk aan elkaar hangt, is door de veranderende maatschappij onder druk komen te staan. Hier en daar zijn er barsten in dit sterke geheel zichtbaar. De impact van glamour en glitter, het BV-schap, de concurrentie van andere spektakels en het verbod op het gebruik van dieren zoals tijgers, leeuwen en olifanten verklaren mee waarom het authentieke circusleven aan belang heeft ingeboet.

Dit terwijl net de sterkte van het circus ligt in de eenvoud en de kleine dingen die mensen aan het lachen krijgen.

 

Tijdens de repetities keken de deelnemers naar films van Fellini en Chaplin. Hierbij werden ze verrast door de kracht en de ontroering die door het clowneske circusspel worden veroorzaakt.

  • Johnny – de messenwerper – wil niet meer optreden als er minder dan vijftig man in de tent zit.
  • Siska – één van de acrobates – weet dat de gerechtsdeurwaarder er aankomt en kijkt al uit naar ander werk.
  • Madame Francine – de leeuwentemster – vraagt zich af waarom de stad in slaap is gevallen: ‘Het komt door die pillekes’ vertelt ze ons.
  • Jef – de circusdirecteur – en zijn kleindochter Cheyenne, die hij aan het opleren is, doet er alles aan om de circusartiesten bij elkaar te houden.
  • Anja, Stieven & Sara willen het circus voor geen geld van de wereld verlaten.
  • De drie clowns – Aziz, Afshin en Lut – gebruiken hun lach als wapen tegen de tegenspoed die hen lijkt te wachten te staan.
  • Dolores – de kaartlegster – ziet in de toekomst dat het er eigenlijk niet zo goed uitziet.
  • ‘Wacht maar, ons zullen ze niet klein krijgen’, zegt Madame Rita met haar reuzengroot hart.
  • En Shahla meent uit het verleden – toen alles beter leek – nieuwe kracht te putten: ‘Kijk… daar beneden zie ik duizenden mensen die met open monden naar mij zitten te staren’.

Komt dat zien, komt dat zien!

In het tweede deel ligt het accent op de verbindende kracht die er zowel in de circusgemeenschap als in de leefgemeenschap van de Serbos en Boonwijk voelbaar is. In plaats van zich te focussen op de verschillen, geloven we sterk in de kracht van wat mensen samen brengt en bij elkaar houdt. De rode draad doorheen de voorstelling is het geloof in de lach als bron van hoop in deze soms moeilijke tijden.

“Op maandag 5 september 2005 hadden we onze eerste gesprekken met mensen uit de Serbos. De zon brandde die namiddag hard. De Serbos en de Boonwijk lagen er stil bij; enkel de kippen bleven in hun normale doen.

In het eerste gesprek met Johan en Lien van de huisvestingsmaatschappij ‘Volkswelzijn’ werden we verrast door een aspect dat wellicht betekenisvol is voor alles wat met gemeenschapsbevordering te maken heeft: doorheen het volledige gesprek voelden we zowel bij Johan als Lien een menselijke betrokkenheid die hun gewone professionele opdracht overstijgt.

In hun verhaal hoor je een oproep om veel meer te doen dan het enkel en alleen uitvoeren van reguliere taken: het inventariseren van klachten, het oplossen van technische problemen,… In samenhang met het uitvoeren van deze professionele taken hanteren beiden een menselijke houding die streeft naar het ontwikkelen van sociale samenhang en dialoog.

Met een boutade zegt Johan: ‘Wanneer je de taal van de mensen probeert te spreken, voelen zij zich erkend en krijg je de mogelijkheid tot contact en vertrouwen’.”

(dagboekfragment)

Framenten uit de voorstelling:

Madame Rita:
Elkéén zit hier op zijn ongemak.
Voor wie en voor wadde?
Zeg het mij ne keer.
Den electriek van ’t Cirque werd doorgeknipt
Om ons hier in het donker te zetten.
En in gans dienen stad zijn er meer mensen lid van de karateclub dan van de vakbond.
Dat wil toch ook iets zeggen, niet?
Hier zie, pakt gij ook maar een pilleken!

De circusdirecteur:
We gaan den boel hier niet zomaar uit handen geven, Johnny.
Ik wil dat iedereen hier blinkt.
Lut, ik wil u hier morgen in felle kleuren zien rondlopen,
want ge ziet er zo flets uit, meiske.
Ge gelijkt meer op een depressief schaap dan op een circusartieste.

Dolores:
’t Is hier oorlog.
Gans den Cirque wordt uit elkaar gedreven.
Overal voel en zie ik wantrouwen en achterdocht.
Kijk … daar … zie!
Nog een fabriek die haar deuren sluit.
En weeral ne meneer die zijn madame aan de deur zet.
Kijk … daar … dat gaat toch niet!?

“Theater spelen is heel belangrijk geworden voor mij. Mijn ouders – Marokkaanse migranten van de eerste generatie – waren niet zo kunstminnend. Economisch overleven was hun opdracht. Het feit dat wij nu een theaterstuk maken over de wijk en onze leefwereld doet herkenning ontstaan.

Ik vind het belangrijk dat we hier op locatie zullen spelen. In de repetities leer ik veel over hoe mensen zich van binnen voelen: hun frustraties, verlangens en dromen. Ik hoop dat de mensen die ons nu onderschatten bij de vertoningen aangenaam verrast zullen zijn.”