#humansofdeluxe

Mijn eerste jaar in België was niet makkelijk. Ik had het Nederlands snel onder de knie en na een halfjaar OKAN mocht ik al naar een gewone school. Maar mijn vreugde voor een nieuw begin in een nieuwe wereld maakte al snel plaats voor het besef dat ik weg was uit Syrië en daarbij mijn familie had achtergelaten. Mijn familie betekent veel voor mij. In Syrië heb ik een grote, mooie familie en waren we bijna altijd samen. De oorlog voelde ook niet zo aan wanneer ik bij hen was. De eerste keer dat ik een bom zag, wist ik niet goed of ik aan het dromen was of niet. Het was echt enorm eng. Maar na een jaar of twee werd het bijna een gewoonte, je accepteert het. Het feit dat we vaak bij familie zaten wanneer er iets gebeurde, maakte dat we er op bepaalde momenten zelfs niet meer aan dachten. De ergste momenten waren dan ook als mijn ouders op de boerderij waren en ik thuis. Je weet op zo’n momenten niet of alles oké is met hen want je kan hen niet bereiken. Het besef dat mijn familie nu eigenlijk uit mijn leven verdwenen is, zorgde voor een dieptepunt toen ik in België was.

De situatie in Syrië was echt gevaarlijk voor ons. De mensen uit het dorpje waar wij woonden waren voor de president terwijl mijn papa politieke artikels tegen hem en zijn familie schreef. Hij heeft daarvoor 10 jaar in de gevangenis gezeten voor hij getrouwd was. Hij is niet gestopt met schrijven toen hij terug vrij was. Daarom zaten wij dus in een speciale situatie wanneer de oorlog begon.

Ik was 10 of 11 jaar toen de Shabiha mij en mijn broer hebben bedreigd op weg naar school. De Shabiha zijn een soort van marionetten van de president. Zij handelen vanuit nationalisme en worden gedreven door religie en geld. De Shabiha wordt vrij vertaald als monsters, de dingen die zij doen zijn ongelooflijk. Zo herinner ik mij nog toen ze naar ons huis zijn gekomen en alles kapot hebben gemaakt, ook de boerderij. Ze hebben toen mijn vader voor dood achtergelaten. Dat is het moment dat mijn vader besloten heeft om weg te gaan uit het dorp. We zijn toen verhuisd naar Salamiyah, echt een toffe stad. De cultuur daar ligt dicht bij die van hier. In Salamiyah waren we een beetje veiliger. Daar ben ik ook begonnen met theater. Maar dat was maar van korte duur. De situatie werd ook daar veel erger waardoor ik toen veel thuis ben gebleven.

De oorlog is eigenlijk begonnen vanuit een droom van mensen voor vrijheid. Dat was onze droom, vrijheid, en het gaf ons hoop om samen met andere mensen te protesteren. Maar in een dictatuur worden mensen het zwijgen opgelegd, er is veel censuur en corruptie. Daarom moesten veel mensen, zoals mijn papa, naar de gevangenis, waar ze echt heel slecht behandeld worden. Sommige mensen werden opgepakt en zijn precies van de aardbol verdwenen. Daar hadden de mensen genoeg van dus gingen we gaan protesteren, zonder geweld. Het beeld dat het Westen heeft van de oorlog is dan ook niet juist. Zo bestaan de IS en andere radicale Islamitische groepen eigenlijk niet uit Syrische mensen en worden zij betaald om mee te doen aan de oorlog.

Ik ben echt blij dat we naar hier zijn gekomen, zeker met de kansen die ik hier allemaal krijg. Ondanks het feit dat ik in Syrië veel slechte dingen over Europa en het Westen heb gehoord, dingen die zeker niet kloppen. Ik merk ook dat die gedachten er bij sommigen nog in zitten. Bijvoorbeeld de reacties die ik hoor op de aandacht die naar de oorlog in Oekraïne gaat. Ik vind het logisch dat daar meer aandacht naartoe gaat dan naar de oorlog in Syrië. Oekraïne is een deel van Europa, het ligt veel dichter en heeft direct te maken met de mensen hier. In Syrië gaan de meesten ook niet de moeite doen om te begrijpen wat er in Europa gebeurt. Het boeit ons dan veel meer wat er in Libanon gaande is aangezien dat veel dichter bij ons ligt.

Mijn papa heeft een lange weg afgelegd om naar hier te komen. Eigenlijk was hij eerst niet van plan om naar België te komen maar zijn hart lag niet in Duitsland of Frankrijk. Uiteindelijk zijn we enorm blij met zijn beslissing. Ik denk dat we veel geluk hebben gehad dat we naar hier zijn gekomen. Ik voelde bijvoorbeeld ook meer warmte van de mensen hier dan in andere Arabische landen. Als Syrische mocht ik bijvoorbeeld niet naar Saoedi-Arabië terwijl wij wel ‘broers en zussen’ in religie zijn.

In het begin dat ik in België was, had ik wel het gevoel dat ik mij moest bewijzen. Als mensen weten dat ik van Syrië ben, heb ik het gevoel dat ze direct een beeld van mij hebben gevormd. Ik wou daarom altijd tonen dat ik een positief persoon ben, sociaal, luid, iemand die mee feest… Maar eigenlijk ben ik niet die persoon die ik probeerde te zijn. Ik doe nu sinds 2 jaar yoga en dat heeft me eigenlijk veel veranderd. De kalmte die ik voel als ik yoga doe, dat is echt mijn ding. Door meer tijd met mezelf door te brengen heb ik mezelf leren accepteren en ook mensen leren loslaten.

Mijn papa heeft mij veel geleerd. Door hem lees ik nu veel non-fictie boeken over geschiedenis, politiek, psychologie, feminisme… Voor de oorlog, als ik in het midden van de nacht wakker werd, zag ik mijn papa altijd zitten studeren, lezen of schrijven. Dan ging ik vaak bij hem zitten en las ik in zijn boeken, ookal begreep ik er niets van. Wat ik ook van mijn papa heb overgenomen is mijn bekommernis over de wereld. Mijn grootste droom is nog altijd vrede op aarde. Ik weet dat het moeilijk zal zijn maar ik wil vooral graag mijn best doen om mensen te beïnvloeden op een goede manier. Daarom wil ik graag dokter worden. In Syrië heb ik enorm veel pijn gezien. Toen kon ik niets doen omdat ik nog te klein was. Ik heb dan besloten om later dokter te worden, zodat ik kan helpen en mij niet meer hulpeloos voel.

Ik wil ook graag iets doen voor de Syrische jongeren die niet dezelfde kansen als mij hebben gekregen. Ik wil Syrië terug mee helpen opbouwen. Maar de oorlog heeft de mentaliteit van de mensen daar wel veranderd, er is niet meer dezelfde Syrische ziel, dus ik denk dat dat moeilijk gaat zijn. Ik ben van plan om tijdens mijn studies veel te reizen, op verschillende plaatsen te komen en andere talen te leren. Daar ben ik eigenlijk al een beetje mee bezig, momenteel ben ik Koreaans aan het leren. Maar later ga ik terug naar Syrië. Daar wil ik dan graag met een paar neven en nichten die al dokter zijn, een ziekenhuis bouwen om de mensen die weinig geld hebben te helpen.”

Jolnar – jobstudent De Toekomstacademie

credits

Realisatie: Chiara Van den Bossche, Suus Van Damme, Indrit Aliu, Charlotte Overstraete (2021-2022), Ellen Ecker en Constance Van Herreweghe (2020-2021), Emma De Snoeck en Elizabeth Tack (2019-2020) Begeleiding: Agnes De Maeseneir, Nawel Kalbi